Karima Omar is afkomstig uit Noord-Syrië (Rojava). Ze woont nu 12 jaar in België. Ze is voorzitter van de Oostendse Koerdische vereniging en vrijwilliger bij FMDO, SDV en kleinVerhaal. Ze is ook tolk, gaat vaak vertellen in scholen, en helpt nieuwkomers bij de integratie in Oostende.

Met drie jonge dochters en haar man vertrok Karima uit Syrië. Als koerdisch journalist liep de man van Karima er gevaar. Na 3 mislukte pogingen slaagden ze erin om een boot te vinden die hen van Turkije naar Griekenland zou brengen. In het klein bootje, waar plaats was voor 7 mensen, hadden de smokkelaars zevenentwintig mensen gestouwd, vooral jongeren uit Somalië, Soedan en Afghanistan. Hun rugzakken, reservekleren en schoenen moesten ze achterlaten. Maar door het gewicht kwam er water in de boot. Enkele jongens besloten om in het water te springen en slaagden er in om de boot zo drijvende te houden.

Vrienden van Karima hadden minder geluk. Het gezin met 4 kinderen vertrokken een paar dagen later en verdronken allemaal. De vrouw was zeven maanden zwanger. De lichamen van twee van de kinderen zijn nog niet gevonden. Ook de beste vriend van Karima's man is is verdwenen. Tot nu toe is zijn lichaam niet gevonden. En zonder lichaam is het moeilijk om afscheid te nemen.

Toen men in Brussel besloot om Karima met haar gezin naar Oostende te sturen was ze niet blij. De zee was voor hen geen vakantieplek maar een slechte herinnering. Haar middelste dochter heeft nog steeds schrik van de zee.